De Europese Investeringsbank EIB deelt België in bij de groep ‘sterke landen’ in Europa als het gaat om de digitalisering van bedrijven en de kwaliteit van de digitale infrastructuur en investeringen. Toch valt er op die constatering nog wel wat af te dingen, want in geen van de belangrijke internationale ‘digitaliseringsindexen’ neemt België een koppositie in. Volgens Steve Muylle, hoogleraar Digitale Strategie en Marketing aan de Vlerick Business School en Universiteit Gent, komt dat vooral omdat er in België in termen van ‘digital savviness’ een fikse kloof zit tussen de grootbedrijven en de startups enerzijds, en het MKB anderzijds.
Steve Muylle zegt ‘een tikje verbaasd’ te zijn over het oordeel van de EIB. Hoewel elke index relatief is en afhankelijk van de onderliggende methodologie, vindt hij de kwalificatie van zijn eigen land als ‘digitaal hoogontwikkeld’ op zijn minst voorbarig. “Persoonlijk kijk ik dan liever naar de positie van België op de IMD World Digital Competitiveness Ranking 2020”, zegt hij. “Die is goed onderbouwd en neemt ook meer ‘softe’ factoren mee, zoals de mate waarin de bevolking van een land openstaat voor digitaliseringen en in hoeverre mensen bereid zijn om hun manier van werken aan te passen aan digitalisering. Daar nemen we plek 25 in, duidelijk ver achter de Scandinavische landen, Nederland, het VK, Duitsland, Ierland en Zwitserland. We staan ongeveer op dezelfde hoogte als Frankrijk en alleen zuidelijk Europa staat lager. Kortom, wereldwijd doen we het wel aardig, maar in Europees verband zijn we echt een middenmoter met weliswaar een aantal troeven, maar ook een duidelijke achterstand op aantal terreinen.”
Het oordeel van Muylle lijkt te worden bevestigd door een andere bekende digitaliseringsindex, de Global Digital Readiness Index van Cisco. In die ranglijst staat België staat op plaats 24, net na Frankrijk en ver na Luxemburg dat tweede staat. Met deze index ‘berekent’ Cisco de digitale vooruitgang van 141 landen, aan de hand van zeven parameters (basisbehoeften, menselijk kapitaal, de eenvoud om zaken te doen, overheids- en commerciële investeringen, het werkkader voor startups, technologische infrastructuur en digitale kennis). “Met name de beschikbare technologische infrastructuur en digitale kennis zijn sterke indicatoren van de digitale vooruitgang van een land”, zegt Arnaud Spirlet, general manager van Cisco België en Luxemburg. “Wat dat betreft moet België de inspanningen opvoeren. Vaardigheden geraken in hoog tempo achterhaald en er zijn voortdurend compleet nieuwe nodig. Met welgemikte steun en een nationaal en digitaal herscholingsprogramma helpen we onze kleine en middelgrote organisaties versneld op het digitale pad.
Digitale maturiteit
Dat Spirlet juist de kleine en middelgrote organisaties noemt is geen toeval: in termen van digitalisering lopen bij uitstek veel Belgische MKB-bedrijven achter. Muylle verwijst in dit kader naar een recent onderzoek naar de digitale maturiteit van de industriële MKB-bedrijven in België in opdracht van digitaal kennisplatform Agoria. Daaruit blijkt dat weliswaar 83% van de Belgische MKB-bedrijven digitalisering ziet als een ‘opportuniteit’, maar dat zij vooral inzetten op de digitalisering van hun bedrijfsprocessen en veel minder op digitale innovatie en op ontwikkeling van een digitale bedrijfscultuur. Volgens de onderzoekers hebben slechts vier op de tien MKB-bedrijven al stappen gezet richting de digitalisering van het aanbod. Slechts één op de tien benut digitale technologie om nieuwe businessmodellen uit te rollen. En artificiële intelligentie staat al helemaal niet op de agenda.
Muylle: “Er is duidelijk een scheiding tussen Belgische grootbedrijven en het MKB in termen van ‘digital savviness’. Grote organisaties investeren meer in digitalisering en het tempo ligt er hoger. En uiteraard trekken net als overal ook in België de startups direct de digitale kaart. Maar de bestaande traditionele bedrijven – en daar zijn er nog heel veel van in ons land – maken die ontwikkeling veel langzamer door en zien digitalisering vooral als een middel om efficiencyslagen te maken, niet zozeer als een groeimotor. Wel zien we dat grotere spelers kleinere toeleveranciers uit het MKB onder druk zetten om ook te digitaliseren in het kader van systeemintegratie, maar niet noodzakelijk meer dan dat. En dat geldt natuurlijk lang niet voor alle bedrijven, zeker niet de lokaal opererende.”
Hoewel er uiteraard ook Belgische MKB-bedrijven zijn die op eigen kracht zichzelf op een nieuwe, digitale leest weten te schoeien, zijn dat er volgens Muylle toch te weinig om het meer traditioneel ingestelde smaldeel te overtuigen meer tempo te maken. Hij merkt daarbij wel op dat de uitdaging om processen te digitaliseren met name voor maakbedrijven vaak groter is dan voor aanbieders van diensten. Muylle: “Banken en verzekeraars kunnen hun diensten redelijk eenvoudig digitaliseren, want die zitten in de ‘information business’. Voor een maakbedrijf betekent digitalisering vaak dat ze een klassiek product moeten gaan verrijken met digitale add-on’s. Of producten die ze voorheen gewoon verkochten nu ‘as a service’ moeten gaan aanbieden, of maatwerk door middel van een online configurator ten dele of geheel moeten gaan standaardiseren, om een paar voorbeelden te noemen. Dat zijn doorgaans geen eenvoudige exercities.”
Ondernemen onder de kerktoren
Bij de MKB-bedrijven die die weg succesvol belopen, is vaak de oprichter/eigenaar of diens kinderen de motor achter de vernieuwing, zegt Muylle. Als voorbeelden noemt hij een bedrijf dat traditioneel vaten reinigde bij brouwerijen, maar door de toepassing van IoT-technologie inmiddels ‘slimme’ vaten heeft ontwikkeld die data kunnen doorseinen, en een conventionele natuursteengroothandel die succesvol een online b2b-verkoopkanaal lanceerde. “Ik ken ook vooruitstrevende spelers die er niet voor terugdeinzen om in India software te laten ontwikkelen en de lokale markt op te gaan, zelfs niet als dat betekent dat ze door een steile leercurve heen moeten want zoiets gaat nooit direct de eerste keer goed. Maar voor velen is dat echt letterlijk een ver-van-mijn-bed-show en die zetten die stap dus niet. We noemen dat hier ook wel ‘ondernemen onder de kerktoren’, je ding doen zonder de ambitie om echt snel te groeien en grote stappen te maken”, aldus de Gentse hoogleraar.
Toch ziet Muylle de toekomst positief in. “Onze huidige premier, Alexander De Croo, ziet het belang van digitalisering zeer goed in – hij heeft niet voor niets de kick-off gedaan van de eerste 100% online MBA-opleiding van onze businessschool. En ook de EU legt met beleid meer druk op lidstaten om werk te maken van innovatie en digitalisering. Daar zal België ook van profiteren, al zou ik beter vinden als we daarin voorop zouden lopen. Zeker in de gezondheidszorg kunnen bijvoorbeeld door inzet van AI en digitalisering enorme slagen worden gemaakt. We kijken in België vaak iets teveel naar wat anderen doen, maar het is aan ons. We moeten het veld opgaan en meespelen.”
Waar liggen Belgische bestuurders van wakker?
De Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg (NKVK) gaf in 2019 organisatieadviesbureau Berenschot de opdracht te onderzoeken wat de belangrijkste strategische trends zijn die spelen voor ondernemers, bestuurders en topmanagers in het Belgische bedrijfsleven. Uit dit Strategy Trends onderzoek komt naar voren dat met name digitalisering en arbeidsmarktvraagstukken hoog op de strategische agenda staan. Volgens de Berenschot-consultants realiseren Belgische bestuurders zich in toenemende mate dat hun bedrijven zijn ontstaan en gegroeid in een analoge wereld, en dat de huidige digitale transformatie nieuwe businessmodellen onontkoombaar maakt.
Opvallend is tevens dat de grote aandacht die energie en klimaat hebben in het politiek-maatschappelijke debat nog niet doorwerkt in het Belgische bedrijfsleven. Slechts 16% van de respondenten geeft aan dat de energietransitie geregeld wordt besproken binnen de boardroom en bij slechts 4% van de organisaties heeft het ook daadwerkelijk impact op de strategie. Omdat het Strategy Trends onderzoek ook in Nederland wordt uitgevoerd, komen er ook verschillen aan het licht. Zo staat het thema energietransitie in Nederland duidelijk vaker op de strategische agenda (26%) en blijkt ook dat veel meer Nederlandse bedrijven zich via duurzaamheid willen onderscheiden van hun concurrenten (31% versus 16%). In België is de kwaliteit van producten en diensten daarentegen weer een belangrijker strategisch thema dan in Nederland (58% versus 46%). Waarschijnlijk speelt het streven van de gemiddelde Belgische klant naar ‘zekerheid’ hierin een rol.
Lees ook: ‘Je moet van veel markten thuis zijn’