Kiwa heeft de capaciteit van zijn testcentrum voor waterstoftoepassingen in onder meer de automotive-sector meer dan verdubbeld. Hiermee sorteert de onderneming nadrukkelijk voor op de energietransitie, waarin waterstof een prominente plek zal innemen.
Autofabrikanten doen al decennia onderzoek naar de toepassing van waterstof in personenauto’s. Een van de uitdagingen waarmee ze te maken hebben, is de opslag van het waterstofgas. Dit heeft een zeer lage dichtheid, waardoor opslag onder hoge druk noodzakelijk is. Daarom hebben fabrikanten afgelopen jaren gewerkt aan oersterke tanks van composietmaterialen waarin het gas kan worden opgeslagen.
Deze tanks (en de onderdelen daarvan) worden in Kiwa’s waterstof-lab in Apeldoorn onderworpen aan de meest uiteenlopende tests, onder extreme omstandigheden. Deze testfaciliteit is een van de weinige in Europa en zelfs ver daarbuiten.
Door de recente uitbreiding kan Kiwa nu op vijf ‘benches’ (testcellen) simultaan testen. Daarnaast is er geïnvesteerd in een hoge capaciteit waterstofcompressor, waarmee ook zogenoemde multiple on-tank valves (modules waarin meerdere componenten als drukregelaars, beveiligingen en afsluitingen zijn geïntegreerd) optimaal getest kunnen worden.
Waterstof dat is geproduceerd met behulp van duurzame energiebronnen kan een belangrijke bijdrage leveren aan het vervangen van fossiele brandstoffen en dus aan het terugdringen van de broeikasgasemissies in het wegverkeer. Auto’s die rijden op waterstof hebben namelijk geen schadelijke uitstoot. Het enige ‘uitlaatgas’ dat vrijkomt bij de verbranding van waterstofgas is immers water.