Diverse NPM-participaties zijn lid van Katakle, de naam van een groep investeerders die zich inzet voor het einde van honger in het West-Afrikaanse land Benin. In 2008 werd Katakle opgericht door The Hunger Project (THP) samen met NPM Capital en Carel van Bemmelen. In deze Capital Update kijkt de laatste samen met THP Nederland-directeur Evelijne Bruning terug op de indrukwekkende resultaten die zijn geboekt, in opmaat naar het geplande einde van het project in 2018.
Bruning: “Heel erg goed. De organisatie laat een heel stabiele groei zien en de programma’s leveren bloedmooie resultaten op, waaraan overigens ook Katakle en NPM Capital aanzienlijk hebben bijgedragen. Ik zeg wel eens: NPM Capital heeft ons uitgedaagd om groot te durven dromen – en daar plukken we tot vandaag toe de vruchten van. Waar ik in het bijzonder trots op ben is dat THP dit jaar tweede werd bij de Transparant Prijs van PwC, die wordt uitgereikt aan maatschappelijk relevante organisaties die in hun verslaggeving inzichtelijk maken waar zij voor staan en welke impact is gerealiseerd. Ook staan we al drie jaar op rij bovenaan de ranking van goede doelen die de meeste kans op impact hebben per gedoneerde euro. Dat toont aan dat onze aanpak echt het verschil maakt.”
Van Bemmelen: “Eigenlijk niet. Om te beginnen gaat het niet om enorme bedragen per jaar en ten tweede richten we ons op de ontwikkeling van mensen om zelf hun toekomst in de hand te nemen. En dat laatste spreekt goede entrepreneurs aan, omdat die eigenlijk hetzelfde doen: mensen overal in de organisatie motiveren om zelf verantwoordelijkheid te pakken en beslissingen te nemen.”
Bruning: “Daarbij komt dat Katakle is uitgegroeid tot een inspirerend netwerk. Er zijn regelmatig bijeenkomsten om bij te praten, vaak in de onderneming van een van de deelnemers. Ook reizen we regelmatig met een groep deelnemers naar Benin, die dan terugkoppelen wat zij gezien hebben. Het is eigenlijk een soort community geworden en ook dat is deels een verklaring waarom Katakle leeft en groeit.”
Van Bemmelen: “Ik kom geregeld in Benin en mijn inschatting is dat we dat doel in 2018 wel degelijk gaan halen. We werken nu rechtstreeks met ruim 300.000 mensen in 18 clusters van dorpen op het platteland. Eind dit jaar kunnen we er daarvan de eerste drie loslaten, omdat die inmiddels zelfredzaam zijn geworden. Er is daar nu voldoende te eten, er is betere sanitatie, Fer is onderwijs voor kinderen, er ontstaan allerlei bedrijfjes, en ze beheren er zelf hun eigen projecten. Eigenlijk is daar alles in place wat nodig is om ook op de lange termijn zichzelf verder te kunnen ontwikkelen. Kortom, er is echt wat te vieren over twee jaar.”
Van Bemmelen: “Wij gaan ervan uit dat 10% een soort ‘tipping point’ vormt: op dat moment is de kritische massa groot genoeg en gaat het effect zichzelf versterken en verspreiden. Ik sprak een lokale arts die verantwoordelijk is voor 30 medische centra, waaronder twee in de dorpen waar The Hunger Project werkt. Hij was zo onder de indruk van de resultaten in onze klinieken dat hij nu in zijn 28 andere centra onze aanpak kopieert. Kijk, je kunt moeilijk verwachten dat in een dorp van 20.000 mensen alle mensen in dezelfde staat van ontwikkeling zijn. Sommige mensen zijn meer getalenteerd en gemotiveerd dan anderen, maar dat is hier niet anders.
Wat je wel zeker weet, is dat als jouw buurman het beter heeft, je het zelf ook graag beter wil hebben. En dat goed voorbeeld goed doet volgen. Zoals gezegd: ik kom veel in het land en ik word erg vrolijk van hoe die mensen er nu uitzien, ten opzichte van vijf jaar geleden. Je ziet overal nieuwe activiteit, grond die weer verbouwd wordt, kinderen die naar school gaan. Ze zitten midden in het proces maar het vliegwiel draait.”
Bruning: “Er moet om te beginnen een stabiel politiek klimaat zijn waarin een aantal basisrechten worden geëerbiedigd zoals de gelijkheid van vrouwen en zelf de mogelijkheid hebben om een goed bestuur te kiezen. Verder is heel belangrijk dat er leiderschap is bij de lokale mensen. Het hart van ons werk is dan ook juist om die voorlopers op te sporen, te trainen en te begeleiden om samen met elkaar en met hun lokale overheid hun eigen problemen aan te pakken.”
Van Bemmelen: “Dat laatste is wel cruciaal. Dit soort projecten start altijd kleinschalig en de eerste anderhalf jaar lijkt er weinig te gebeuren, behalve het activeren van mensen. Maar juist dat is heel belangrijk, want dan pas zie je of er bereidheid is om mee te gaan op de weg naar verandering. Pas als je dat weet, kun je de meer fundamentele dingen gaan aanpakken. Die aanloopperiode is essentieel: veel organisaties vergeten dat ‘it starts with the mind, not with the money’.”
Van Bemmelen: “Zeker weten. Ik denk dat de grootste gemene deler van de leden is dat ze het vooral leuk vinden om samen uit te vinden of een aanpak van zelfontwikkeling in praktijk kan werken. Het gaat meer om het experiment dan om het geld. Desalniettemin vinden bedrijven het nooit leuk om geld uit te geven aan onzin. Vandaar dat we direct gezegd hebben: we moeten een eenvoudige set KPI’s ontwikkelen die we op geregelde basis delen met iedereen, zodat ze kunnen zien wat de voortgang is. En dat is precies wat we doen.”
Bruning: “Los van de bedrijfsbezoeken en de reizen naar Benin is voor mij ook de Run for the Hunger Project elk jaar weer een hoogtepunt van betrokkenheid. Vorig jaar haalden de 100 deelnemende Business Teams met dit b2b-hardloopevemenent bijna 200.000 euro op. Een geweldig resultaat, maar ook een duidelijk teken dat onze investeerders zich echt met ons verbonden voelen.”
Meer informatie over tiende editie van Run for the Hunger Project op 6 november a.s.: http://www.runforthehungerproject.nl/29-wat-is-het.html. Inschrijven is nog mogelijk!